Vroege vorm te komen tot samenhorigheid

In het verleden heb ik uitgebreid geschreven over de diverse vormen van protest tegen eventuele regeringsstappen tegen de vrije radio die vanaf internationale wateren werd uitgezonden. Daarbij ook aandacht te hebben gegeven aan de diverse vormen van steun aan allerlei radiostations, in groepsverband dan wel individueel. Uiteraard hadden diverse radiostations hun eigen sub-organisatie om luisteraars aan zich te binden, met als voorbeelden de Caroline Club en de Stichting Vrienden van Radio Veronica.

Uiteraard herinneren we de opkomst van de diverse, door de aanhang opgerichte, vrije radio clubs, waarvan een deel in 1966 actief werd. Maar er blijken, zo leer ik uit recent gevonden documenten uit september 1964, eerdere initiatieven van particulieren te zijn geweest in het gevecht om de vrije radio. Daaruit blijkt  dat in de editie van het onafhankelijke radio en televisieblad ‘Televizier’ van 15 augustus 1964 een bericht te hebben gestaan van de heer A.Ph.M.  Cobet uit Bussum, die de lezers opriep zich te verenigingen om een sterke vuist te kunnen maken in de strijd voor de vrijheid in de ether.

Enkele weken later wist hij de redactie van Televizier opnieuw warm te maken voor het plaatsen van een reactie want op 10 september 1964 wist Cobet te melden dat er naar aanleiding van zijn eerste bericht er al honderden mensen vanuit geheel Nederland zich hadden gemeld als lid voor de ‘Vereniging voor Vrije Radio en Televisie in oprichting’. Hij meldde tevens dat het voorlopige secretariaat voor de vereniging was gevestigd aan de Herenstraat 111 te Bussum. Enthousiaste briefkaarten met bereidverklaringen om als bestuurslid mede te werkten bereikten Cobet vanuit Groningen tot Maastricht.

Cobet schreef verder: ‘Inmiddels worden diverse besprekingen gevoerd om tot een voorlopige commissie te komen, die de landelijke organisatie op zich zal nemen. Na registratie van de binnengekomen adressen zal een aanvang worden gemaakt met de oprichting van de afdelingen.’ Hij garandeerde dat diegene, die belangstelling voor de vereniging hadden getoond, spoedig nadere informatie zouden krijgen over de doelstellingen van de organisatie, afdelingsbesturen en te voeren acties, waarna op democratische wijze de plaatselijke en provinciale afdelingen zouden worden gevormd.

De doelstelling van de Vereniging i.o. was niet alleen steun te geven aan de REM en Radio Veronica maar ook om betere programma’s te wensen op het eerste televisienet. Tevens pleitte hij voor betere en vooral andere uitzendingen op het tweede televisienet. Vooral op dit laatste net, zo vond Cobet, diende uitsluiting te komen van forums, politieke praatjes en andere uitzendingen, die volgens hem beter geschikt waren voor radioprogramma’s.

Tegen de georganiseerde kracht van het toenmalige omroepstelsel was de stem van een enkeling volgens Cobet lang niet voldoende: ‘Daarom is het in ons aller belang, dat wij ons ook organiseren, waardoor wij de mogelijkheid krijgen ons te weer te stellen, en men zich wel zal wachten, bij een groot deel van de Nederlanders onsympathieke maatregelen te nemen. Helpt U ons, dan helpt U zichzelf, gezamenlijk kunnen wij heel wat bereiken en wij vertrouwen dat iedereen, die met onze ideeën sympathiseert, zich om inlichtingen wendt tot ons voorlopig secretariaat.’

Wat er verder van de plannen van de heer Cobet uit Bussum is geworden, is totaal onbekend. Navraag bij diverse mensen bezorgden mij geen bevredigend antwoord terwijl ook de hedendaagse zoekmogelijkheden verder niets hebben opgeleverd. Het enige dat mij in 2025 duidelijk werd was dat hij op een andere manier ook actief was en wel op muziekgebied. Hij bleek naar buiten te treden als het ging om publiciteit voor de muziekvereniging Cresendo uit Hilversum, waarvan hij gedurende een langere periode secretaris was.

Maar Cobet was niet de enige die in september 1964 met de ideevorming rond liep. Een andere persoon berichtte in Televizier dat, gezien Nederland met de REM en Radio Veronica, twee vrije ‘omroepen’ bezat, het tijd was geworden deze moreel en daadwerkelijk te gaan steunen. ‘Wij zijn van plan een vereniging van jongeren tussen 16 en 21 jaar op te richten om het door ons gestelde doel te bereiken. Dat doel is, naast het verlenen van steun, het doen van suggesties ten aanzien van programma’s en het pogen bij de overheid begrip te kweken voor de behoefte die er in ons land aan vrije omroepen bestaat’.

De schrijver van deze brief was van mening dat voor de realisatie van deze plannen er wel een grote organisatie nodig was en hij sprak de hoop uit dat derhalve een grote groep jongeren zich bij hem zou aansluiten om een vuist te kunnen maken en te komen tot het stichten van provinciale afdelingen. De redactie van Televizier meldde dat ter wille van de eendracht de schrijvers van beide oproepen elkaars adres inmiddels hadden gekregen.

Wie was destijds de schrijver van de tweede ingezonden brief? Wel, hij zou nog een aantal malen in de geschreven pers opduiken. Allereerst in 1970, toen in Groningen een piratenzender met de naam RNI Groningen door de RCD uit de ether werd gehaald. Liever gezegd een inval werd gedaan in een huis, waarvoor tot enkele minuten eerder een zender actief was, maar deze zender in de kolenbak achter het huis was verdwenen. Zowel Paul Jan de Haan als Hans Knot waren hier destijds getuige van waarbij Paul de super daad deed de zender te laten verdwijnen.

Ook verscheen deze persoon van de tweede reactie in Televizier nog uitgebreid in een landelijk dagblad toen hij erop los fantaseerde het zendschip de MV Mi Amigo te hebben gekocht. De Helperwestsingel 283 in Groningen was zijn adres en zijn naam Anton Rabbeljee.

Hans Knot, januari 2025