In een herinnering aan Radio Syd, de door Britt Wadner gerunde organisatie, kwam weer terug dat zij met haar team ook van plan waren om televisie-uitzendingen te gaan verzorgen vanaf de Cheeta II. In gedachten lijkt het mij, met vele anderen, een onmogelijke zaak om dergelijke uitzendingen vanaf een schip in goede conditie te ontvangen. Mede gezien een zendschip dan wel voor anker lag maar toch voortdurend in beweging was.
Maar op 3 en 4 juni 1965 kwam er, via een aantal publicaties, nog een interessante reden bij om dergelijke uitzendingen te voorkomen. Het ging in dat geval om de geplande uitzendingen van een nieuwe organisatie die beloofde 24 uur per etmaal in de ether te zullen gaan met radioprogramma’s en tevens gedurende twaalf uur per etmaal televisie-uitzendingen wenste te verzorgen onder de naam Radex TV.
In de Telegraaf werd vermeld dat dit commerciële station, naar mening van deskundigen, te horen en te zien zou zijn in Londen, west Nederland tot Amsterdam, noord Frankrijk en in het gehele Belgische kustgebied. Men dacht ook een groot deel van Zuidoost Engeland te kunnen bereiken met het gebruik van drie zendschepen. Dezen zouden verankerd worden in internationale wateren, waarbij het tv zendschip voor de kust ter hoogte van Whitstable zou worden verankerd. Twee andere schepen zouden ook een zender krijgen waarbij deze voor relay van de programma’s dienden te zorgen. Het ene schip ter hoogte van Harwich in Essex en de andere ter hoogte van het eiland Wight.
Als te gebruiken kanaal werd aangegeven dat het ging om kanaal 6. Dagen na de eerste publicatie omtrent de plannen werd er al een waarschuwing gedaan dat eventuele uitzendingen van Radex TV via voornoemd kanaal tot ernstige problemen zou zorgen voor het Britse ruimteonderzoek. Wat was het geval? Het was juist kanaal 6 dat ook werd gebruikt door de Britse Radio Astronomie. Het opmerkelijke daarbij was dat de overheid al twee keer een waarschuwing had laten uitgaan aan twee andere organisaties met de opdracht nooit gebruik te maken van kanaal 6. Het ging daarbij om de televisietak van de BBC en die van de commerciële televisie ITV.
Professor Martin Ryle, directeur van de radioastronomiedienst in Cambridge, zei naar verluidt: “Als dit station in de lucht komt op hetzelfde moment dat wij aan het werk zijn, kunnen we gewoon niet werken. We gebruiken twee grote radiotelescopen en een daarvan zou buiten werking worden gesteld. Ik ben absoluut ontzet over de ongelooflijk slappe actie die West-Europa onderneemt tegen deze piratenzenders. Mensen lijken zich gewoon geen zorgen te maken. Ik maak me grote zorgen over dit alles.
Een ambtenaar van de GPO, de Britse PTT, meldde dat het helaas voor de Britse overheid onmogelijk was eventuele uitzendingen direct tot een einde te brengen. Hij doelde daarbij op het gegeven dat de drie te gebruiken schepen in internationale wateren zouden komen te liggen en onder ‘vreemde’ vlag zouden ‘varen’. Wel voegde hij er aan toe dat het waarschijnlijk was dat de minister verantwoordelijk voor GPO na de Pinksterdagen druk zou uitoefenen in het Britse Lager Huis en erop aan te dringen een einde te maken aan alle activiteiten van de zogenaamde ‘piratenzenders’.
De organisatie achter Radex TV was niet verontrust en stelde dat men de beschikking had over een bedrag van 10 miljoen pond en men met dat bedrag het minimaal een jaar kon volhouden. £100 in 1965 komt in koopkracht overeen met ongeveer £2.426,60 in maart 2024, een stijging van £2.326,60 in 59 jaar. Het pond had een gemiddelde inflatie van 5,55% per jaar. De woordvoerder van Radex TV meldde tevens dat men zich zou gaan richten op een potentieel aantal van 5 miljoen kijkers in Zuid Engeland en dat een ieder, in het bezit van een televisietoestel, het signaal kon ontvangen en het toestel ook niet behoefde om te bouwen.
Ook was er door de organisatie bij voorbaat gedacht niet te komen met een overvloed aan reclame want men maakte bekend dat dit een maximum van vier minuten per uitzend uur ging worden. Inzake de programmering stelde men dat het hoofdzakelijk om Amerikaanse producties ging en voor 90% deze werden aangeleverd op videbanden, een voor die tijd nieuw product dat alleen in de professionele sfeer werd gebruikt.
De programma’s van Radex TV omvatten het toen innovatieve idee van een twee uur durende ontbijtshow vanaf 7.00 uur in de ochtend, waarna de uitzendingen om 15.00 uur weer zouden beginnen en tot 1.30 uur in de nacht zouden doorgaan. En tenslotte maakte men bekend dat er ook een, eigen, nieuwsbulletin ging komen. De woordvoerder van Radex in Groot-Brittannië was Jim de Grey, een ingenieur uit Nieuw-Zeeland. Hij stelde dat de organisatie een registratie had kunnen krijgen op de Bahama’s, vreemd genoeg onderdeel van het grote Britse rijk.
Weer een volgende dag kwam er meer naar buiten: Men zou gebruik gaan maken van een 1250 ton metend schip dat voor deze taak in een haven van de Britse hoofdstad zou worden uitgerust. Het ging om een voormalig vrachtschip dat was geregistreerd in Panama. De televisiezender zou een vermogen van 35 kW krijgen, waarbij het alleen aan Britse ondernemingen zou worden toegestaan te adverteren op het station.
Toch zou ten behoeve van de kijkers op het vaste land van West Europa met speciale apparatuur de programma’s worden heruitgezonden via het zogenaamde 625 lijnen¬systeem, terwijl in Engeland het via het 405 lijnensysteem zou worden uitgezonden. Wel meldde de Telegraaf te hebben geïnformeerd bij regeringsinstanties in Den Haag, waarbij naar voren was gekomen dat het voor elk station, waar dan ook ter wereld, verboden zou zijn televisieprogramma’s uit te stralen zonder een machtiging van de regering op welke landen de programma’s zouden worden gericht.
Afwijkende informatie inzake het te gebruiken kanaal volgde ook want opeens werd gesteld dat kanaal 9 in de planning was. De radio-uitzendingen, waarbij geen vermogen van de zender werd genoemd, zouden op de 288 of 294 meter worden uitgestraald. Men stelde tevens dat er al twee deejays voor het radiostation in dienst waren genomen, waaronder een vrouwelijke, Mrs. H. Mercedes. Een dag later waren de eerste kritieken al te lezen in de diverse kranten. In één van de artikelen stond vermeld dat Radex TV binnen acht weken van start zou gaan en dat bet radiostation 24 uur per etmaal zou gaan uitzenden.
Andermaal een paar dagen later was een bericht terug te vinden waarin werd gemeld dat dagelijkse programma’s in augustus zouden starten en wel van 6 tot 9 uur in de ochtend, 12 tot 3 uur in de middag en van 5 uur in de middag tot middernacht. De kosten van een reclamespot zou rond de 1200 Pond per 30 seconden komen te liggen.
Als bemanning zouden zowel Amerikanen, Canadezen als Britten contracten hebben getekend. Het idee, zo bleek enkele weken later, was afkomstig van de 49-jarige James De Grey, een Nieuw-Zeelander, die ervaring had opgedaan bij diverse Amerikaanse televisieondernemingen. In een interview verklaarde hij opeens dat het televisiestation 18 uur per etmaal zou gaan uitzenden en dat bovendien men zich zou houden aan de bestaande ITV regels, waarbij het aan commerciële televisiestations was toegestaan tot een maximum van 6 minuten aan reclamezendtijd per uur te brengen.
Ook een directe compagnon van De Grey kwam aan het woord, Michael Williams die zijn ervaringen had opgedaan binnen de Britse Nationale Filmindustrie: “In totaal hebben we twee jaar gespendeerd aan onderzoek tot realisatie van Radex TV maar we willen eventueel wachten met het opstarten gezien we bereid zijn een officiële licentieaanvraag in te dienen voor het op te starten vierde nationale netwerk, dat eventueel op commerciële basis zal worden gerund (het latere Channel Four, dat pas in 1982 van start ging). Wanneer een dergelijke aanvraag niet zal worden gehonoreerd zal ons niets ervan weerhouden alsnog met Radex TV te komen. We hebben juridisch advies ingewonnen en we zullen zondermeer onze plannen verwezenlijken.”
Hieruit bleek al dat Radex TV er waarschijnlijk niet zou komen. De Grey ging nog verder over zijn plannen: “Indien we in de ether gaan, zullen we zeker geen reclame voor sigaretten gaan maken. We zullen tevens in Engeland belasting over onze inkomsten gaan betalen, hoewel onze maatschappij niet als Britse onderneming zal worden geregistreerd. We zullen betalingen verrichten gezien we niemand zondermeer tegen ons in het harnas willen jagen. We hebben een Raad van Bestuur voor de onderneming benoemd maar zullen de namen nog niet publiekelijk bekend maken. Hoewel we genoeg geld hebben om bet project op te starten zullen we toch wachten totdat ander toegezegd kapitaal op onze rekening is bijgeschreven.”
Het Algemeen Handelsblad, de voorganger van het Algemeen Dagblad, had, als altijd, even iets extra’s te melden. En wel dat de televisiezender een vermogen zou hebben van 50 kW waardoor een potentieel van 5 miljoen kijkers kon worden bereikt. Veertig bemanningsleden zouden er, in toerbeurt, op de schepen komen te werken. Eind juli werd door de organisatie bekend gemaakt dat men naar een andere frequentie zou uitzien en dat het nog slechts enkele weken kon duren alvorens het televisiestation in de ether zou zijn.
Op 26 augustus werd iedereen uit de droom geholpen toen in de kranten was te lezen dat het project op de lange baan was geschoven gezien men met problemen had te maken, waarbij als belangrijkste reden werd aangegeven dat het kanaal, waarop Radex TV zou gaan uitzenden, bestemd was voor astronomisch en ruimteonderzoek.
Nog twee keer hoorden we Radex TV en Radio project. De eerste keer begin september 1965 toen werd bekend gemaakt dat vijf belangrijke investeerders uit Amerika zich teruggetrokken hadden en de tweede keer was het eind oktober dat jaar toen bekend werd dat de start van Radex Radio in januari 1966 zou plaats vinden en die van Radex TV in de lente van 1966. Het lentezonnetje is echter nooit opgegaan voor het Radex project.
Bovenstaand artikel is een uitgebreidere versie van het door Hans Knot in 2009 gepubliceerde artikel omtrent het Radex radio en televisie project.