Mijn transistor radio’s en de zeezenders

Door Martin van der Ven

Radiostations op schepen (altijd ten onrechte “piratenzenders” genoemd) boeiden in de jaren zestig, zeventig en tachtig van de vorige eeuw miljoenen luisteraars, niet alleen in Europa, en gingen zoals bekend gepaard met veel drama’s en avonturen. Gedurende meer dan 50 jaar heb ik de geschiedenis van de zeezenders intensief beleefd en gevolgd. De transistorradio (in Duitsland ook wel Kofferradio genoemd) speelde daarbij een heel bijzondere rol, want het was de draagbare radio die van het luisteren naar de radio een massaverschijnsel maakte – en popmuziek wereldwijd bekend maakte.

Het huis van mijn ouders stond in een wijk van de stad Rees aan de Neder-Rijn, dicht bij Emmerik en slechts enkele kilometers van de Nederlandse grens (Arnhem is niet ver). Nadat ik als kleine jongen de radio’s van mijn ouders in de huiskamer en de eetkamer had gebruikt (een ontvanger in de huiskamerkast en een ander, wat groter, niet-draagbaar toestel), wilde ik des te meer mijn eigen “transistorradio”, die ik uiteindelijk op 10-jarige leeftijd met Kerstmis 1965 kreeg. Het was een vrij klein Japans toestel, waarvan ik de fabrikant helaas niet meer ken (mogelijk Sharp). Eerlijk gezegd was ik een beetje teleurgesteld (maar dat zou ik mijn ouders toen nooit durven te vertellen), want de middengolfontvangst, die ik prefereerde vanwege de “muziekstations” zoals Radio Luxemburg, liet veel te wensen over, maar ik heb het uitgebreid geprobeerd op alle tijdstippen van de dag en de nacht.

Mijn ontevredenheid over de middengolfontvangst leidde tot het dringende verlangen naar een betere set, die ik vervolgens in de loop van 1966 of begin 1967 van mijn zakgeld kocht. Helaas weet ik ook hier de fabrikant niet meer. In ieder geval had dit toestel een fijnere kanaalscheiding en waarschijnlijk ook een betere ferrietstaaf. Ik herinner me vooral dat ik het regelmatig ‘s avonds gebruikte om te luisteren naar “Hallo Twen” met Manfred Sexauer op Europawelle Saar, wiens dagelijkse programma om 18.05 uur helemaal up-to-date was met alle nieuwe platen uit Engeland en de VS.

Op Goede Vrijdag 1967 zat ik met mijn broer Thomas in de auto van mijn ouders, die de dienst bijwoonden. Ik kan me nog herinneren dat ik de middengolf draaischijf op en neer liet gaan en gefascineerd was door de Engelse zeezenders, die ik voor het eerst bewust waarnam. Ze draaiden “mijn muziek” met altijd nieuwe singles die ik nog niet kende.

In 1968 en 1969 schakelde ik meestal over op BFBS en Hilversum III. Het belangrijkste voordeel was de grotendeels storingsvrije FM-ontvangst. En ik was zo enthousiast over de Engelse en Nederlandse taal dat ik nauwelijks nog naar de Duitstalige radio luisterde. Als geschenk voor mijn confirmatie in het voorjaar van 1969 kreeg ik van mijn ouders een nieuwe ontvanger, die ik lange tijd kritisch had uitgezocht en die mij trouwe dienst zou bewijzen bij de ontvangst van de zeezenders tot de ondergang van het zendschip MV Mi Amigo in maart 1980: De “Touring 101 International” van ITT Schaub-Lorenz had een gespreide 49-meter kortegolfband en ook zeer goede middengolfontvangst. Ik kon hem aansluiten op mijn nieuwe bandrecorder (Saba TG 446 automatic), die ik een jaar later kocht en waarmee ik veel opnamen zou maken van de zeezenders.

In de zomer van 1969 bracht ik met mijn gezin een vakantie door in Katwijk aan de Nederlandse Noordzeekust. Voor een puberende tiener van amper 14 jaar was het buitengewoon indrukwekkend dat “zijn” actuele hits in elk boetiekje en strandcafé te horen waren en altijd afkomstig waren van dezelfde en destijds enige (zee)zender: Radio Veronica vanaf het zendschip Norderney. “Venus” van Shocking Blue en “Ma belle amie” van de Tee Set waren mijn absolute Veronica zomerhits van 1969, en in Katwijk barstte de kofferradio bijna uit elkaar, zo goed kwam “Veronica op 192” binnen.

Vanaf begin augustus 1970 was ook de tweede kortegolfzender van RNI in de 31-meterband regelmatig in bedrijf. Tijdens onze vakantie in Milano Marittima, aan de Italiaanse Adriatische kust, bleek het een uitstekende gelegenheid om het geliefde Radio Nordsee vanaf de Mebo II ook in Zuid-Europese landen te ontvangen. Voor ons vertrek verbleven we in een hotel in de buurt van de luchthaven van Düsseldorf. Ik herinner me nog levendig hoe ik Mark Wesley daar ‘s morgens hoorde in uitstekende middengolfkwaliteit. Alles was perfect: de vlotte muziek, de moderne jingles, zijn professionele aankondigingen. Tijdens de daaropvolgende vakantie in Italië deden mijn ouders regelmatig een dutje, en wij kinderen werden dan ook geacht op onze hotelkamer te blijven. Dus op zaterdag 29 augustus hoorde ik op tijd dat er “gevaar op komst” was. De opgewonden aankondigingen van Carl Mitchell en Spangles Muldoon (Chris Cary) klinken nog na in mijn oren. Kees Manders slaagde er uiteindelijk niet in het schip te kapen, en de RNI-fan uit Duitsland, net 15 jaar oud, hoorde het allemaal “live” via de kortegolf in Italië, heen en weer schakelend tussen de 31- en 49-meterbanden, terwijl zijn familie zich ‘s middags vermaakte op het strand.

Sinds ongeveer 1979 gebruikte ik meestal de “Nordmende Tansita Spezial” van mijn vader als ik op bezoek was bij mijn ouders, en liet ik mijn veteraan Touring International achter in Münster.

In 1983 kocht ik als jonge arts bij een van mijn eerste salarissen een nieuwe wereldontvanger, de Grundig Satellit 300. Door de voortdurende geruchten over nieuwe zeezenders zocht ik voortdurend naar de eerste “verdachte” signalen op de middengolf. Desondanks miste ik de herstart van Radio Caroline vanaf de MV Ross Revenge met een paar dagen. Op zondagavond 21 augustus 1983 kon ik mijn oren niet geloven voordat ik naar bed ging (de nieuwe radio stond op mijn nachtkastje): ik hoorde Dixie Peach met een zendermededeling van Radio Caroline op 963 kHz (“319”) – één dag na de officiële start.

Toen wij in september 1986 op zomervakantie gingen naar een vakantiehuisje op Ameland, had ik een andere ontvanger gekocht, omdat de middengolfontvangst van de Satellit 300 mij niet optimaal leek. Met de Panasonic GX10II had ik eigenlijk betere resultaten. Op Ameland voor Caroline 558 moest de ferrietstaaf echter met millimeterwerk worden uitgelijnd om storing met een Oost-Duits radiostation op dezelfde frequentie tot een minimum te beperken.

Bij Anoraks UK werd in 1987 voor een betaalbare prijs een frame-antenne aangeboden, die gewoon naast, achter of zelfs op de radio kon worden geplaatst (zonder voeding) en waarbij men ook de frequentie die versterkt diende te worden exact kon instellen. Het klonk allemaal nogal ongeloofwaardig. Vooral vanwege de zwakke ontvangst van Laser durfde ik het toch aan om het te bestellen en toen ontving ik begin dat jaar een van de grootste pakketten die mij ooit is toegezonden. En mijn verwachtingen werden ruimschoots overtroffen. Dit was de beste investering in mijn hobby sinds lange tijd! Het desbetreffende middengolfsignaal kon met weinig moeite bijna in kwaliteit worden verdubbeld, en door de precieze uitrichting van de lusantenne (vergelijkbaar met ferrietstaven) waren storende zenders op dezelfde frequentie bovendien meestal zeer gemakkelijk te blokkeren. Ik was dolblij en alleen een beetje verdrietig dat ik dit apparaat waarschijnlijk twintig jaar te laat had gekregen. Het enige nadeel van de frame-antenne was zijn lompe omvang en het daaruit voortvloeiende gebrek aan ruimte in de kofferruimte van onze auto.

In 1989 kocht ik twee nieuwe ontvangers: de Grundig Satellit 500, die vooral geschikt was voor de kortegolfontvangst (het middengolfgedeelte viel erg tegen) en een Russische set, de Euromatic 217. Deze produceerde een bijzonder goed, schoon middengolfsignaal. Tijdens de korte lunchpauzes vergeleek ik de ontvangst op 819, 558 en 6215 kHz, probeerde ik de frame-antenne optimaal op te stellen en aan te passen en maakte ik menig opname met de cassetterecorder.

In 1995/96 verenigde “Radio Brod” op het zendschip Droit de Parole talrijke journalisten uit de verschillende etnische gebieden van het voormalige Joegoslavië en richtte zich met zijn vredesuitzendingen tot de mensen in het oorlogsgebied. Thuis in Meppen (Emsland) programmeerde ik een timer waarmee ik de cassetterecorder aanstuurde, die dan midden in de nacht (d.w.z. wanneer de middengolffrequentie van Radio Brod relatief onbezet was en ontvangst op verre afstand mogelijk werd) een geschikte opname maakte, waarbij de frame-antenne voor de nodige versterking van het signaal zorgde.

Met Pasen 1999 gingen we op vakantie naar de Deense Noordzeekust. Ik had mijn radioapparatuur, de cassetterecorder en de grote antenne deze keer thuis gelaten. Dus op Paaszondag had ik alleen de autoradio om te luisteren naar “Offshore ’98” op 1566 kHz. Zo werd ik DX’er van dit helaas zeer kortstondige en waarschijnlijk allerlaatste Europese zeezender.

Voor een reis naar Israël in de herfst van 1999 had ik me een Sangean ATS 818ACS met geïntegreerd cassettespeler aangeschaft. Dus maakte ik in Tel Aviv in het Crown Plaza Hotel opnamen van het FM-signaal uitgezonden van aan boord van het Arutz Sheva zendschip Hatzvi (maar insiders beweerden ook dat in ieder geval de FM-zender ergens aan land stond). Tijdens onze rondreis door Israël heb ik herhaaldelijk het signaal getest op beide frequenties van de Arutz Sheva- middengolffrequenties met hun verschillende programma’s. Ik heb de bekende ervaring opgedaan dat de ontvangst dicht bij de kust (bijvoorbeeld in Haifa) meestal geen problemen opleverde, maar verder landinwaarts (bijvoorbeeld aan het Meer van Galilea of in Jeruzalem) door de zanderige bodem veel te wensen overliet.

Om de zeezenders te kunnen ontvangen, moest men over de juiste radio-apparatuur beschikken, bij voorkeur een draagbaar transistor-toestel. Als jongen al onderzocht ik elk radiotoestel dat ik ontdekte om te zien of er een zeezender op de schaal stond. Helaas heb ik nooit succes gehad met mijn zoektocht – en dat in de periode van 1970 tot 1990… Telkens weer hoorde en las ik dat dergelijke apparaten absolute uitzonderingen waren.

Intussen hebben veel radioliefhebbers ze echter gevonden, vooral met behulp van het internet. In feite heb ik in de afgelopen 2 decennia 42 toestellen kunnen verwerven, waarop vooral Radio Veronica, Radio Caroline, Radio London, Radio Noordzee (die in 1964 vanuit REM-eiland uitzond) of ook Radio Mercur zijn genoteerd.

Ik heb een lijst van 227 dergelijke ontvangers samengesteld – en deze lijst is zeker niet volledig. Het betreft zowel buizen- als transistortoestellen uit de periode 1958 tot ongeveer 1973. Nog vóór het einde van de jaren 1950 zijn hoogwaardige Deense toestellen gevonden van de fabrikanten Bang & Olufsen en Eltra, waarop het zendschip Courier op de wijzerplaat stond, een voorloper van de latere zeezenders. Van de Courier uit de haven van Rhodos werden de Voice of America programma’s voor Oost-Europese luisteraars uitgezonden. In 1958 begon Radio Mercur uit te zenden in het Deens en later Zweeds. De eerste stereo-uitzendingen vonden zelfs plaats op twee verschillende frequenties in het FM-bereik. Een verbazingwekkend aantal ontvangers van de bovengenoemde merken Bang & Olufsen en Eltra, maar ook van Arena, Linnet & Laursen en Neutrofon dragen op hun wijzerplaten de aanduiding “Mercur” (soms onderscheiden als Mercur I en II). Voor een periode van slechts twee maanden sloot het Deense zeezender DCR (Danmarks Commercielle Radio) zich bij hen aan in 1961, wat verrassend genoeg vermeld staat op de B&O Beolit 609 toestel en op de Piccolo 622 Box van Linnet & Laursen.

Het begin van het zeezendertijdperk voor de kust van Groot-Brittannië was ook het beginpunt van gelijksoortige, meestal draagbare “kofferradio’s” met de namen van afzonderlijke zeezenders op de schaal. Vooral het populaire en internationaal bekende Radio Caroline werd hierdoor getroffen. De merken Kolster & Brandes, Sobell, Pye, GEC, Murphy, Fidelity, Pamphonic, RGD en Bush springen er hier uit. Enkele “ringduiven” van de in de periode 1964-1966 geproduceerde sets dragen zelfs de namen van de zeezenders Radio London, Radio 390 en Radio City.

Twee in het voormalige Joegoslavië voor de Britse markt geproduceerde toestellen lijken bijna exotisch, met op de wijzerplaat het zendschip MV Caroline van Radio Caroline North. Kleine toestellen uit Hong Kong werden in grote aantallen verkocht als Caroline en Veronica transistorradio’s en zijn vandaag de dag bijzonder gewild bij verzamelaars.

Radio Veronica was de bekendste Nederlandse zeezender, actief van 1960 tot 1974. Vanaf 1964 en tot eind 1972 kwamen er talrijke Duitse radio’s uit met de naam “Veronica” (toen op 192m te horen) op de schaal. Verrassend genoeg werden zij meestal in de voormalige DDR gefabriceerd en als exportapparaten in Nederland en de Bondsrepubliek Duitsland verkocht. Dit betreft alle ontvangers van de verkoopmerken Bruns, Quelle en RFT (VEB Stern-Radio Sonneberg). De Körting-Werke, na de Tweede Wereldoorlog gevestigd in Grassau aan de Chiemsee, fungeerde decennialang als de belangrijkste leverancier van het postorderbedrijf Neckermann. Onder de namen Körting, Neckermann-Körting, Körting-Transmare en Transmare, vervaardigden zij veel toestellen met “Veronica” op de schaal, maar uitzonderlijk ook met “Caroline”.

Daartegenover staat dat slechts een verrassend klein aantal apparaten uit Nederland de naam “Veronica” op hun schaal droegen. Individuele uitzonderingen kunnen worden gevonden in ontvangers van de merken Philips en Erres (waarvan sommige ook in het toenmalige Oostblok werden vervaardigd). Een gecombineerde radio/phono set gemaakt door Amroh B.V. in 1963 geeft ook Radio Veronica aan. Tot dusver is slechts één Erres-apparaat gevonden, dat Veronica laat zien op de golflengte 538m die vanaf september 1972 werd gebruikt en zelfs RNI (Radio Nordsee International) op 220m.

Ongeveer halverwege de jaren zeventig was er een einde gekomen aan de zeezenders op de radioschalen, ook al bleven Radio Caroline, Radio Mi Amigo en Radio Monique nog tot 1990 actief. Blijkbaar schuwden de fabrikanten steeds meer de vermeende illegaliteit van de zeezenders…

De bovenvermelde lijst van de toestellen met zeezenders op de schaal is hier te vinden.

Veel meer foto’s zijn te bewonderen op Flickr:

https://www.flickr.com/photos/offshoreradio/albums/72157718044345328

Martin van der Ven werd in het begin van de jaren zeventig een zeezender expert door hartstochtelijk naar de radio te luisteren. Hij is in hobbykringen bekend door de mede-organisatie van de Amsterdamse Radio Day en door zijn website. Tot aan zijn pensionering werkte hij als medisch specialist in zijn eigen praktijk voor neurologie, psychiatrie en psychotherapie.