Een bezoek aan de MEBO II in Slikkerveer

tekst: Henk Kruize   foto’s: Douwe Dijkstra

27 December 1975 is een dag voor mij om nooit te vergeten want ik bracht die dag samen met Douwe Dijkstra en Jozef Segers een bezoek aan de MEBO II, het voormalig zendschip van Radio Noordzee, dat toen in de haven van Slikkerveer lag. Daarna was het de bedoeling dat we naar Zaandam afreisden waar onze geliefde ‘Norderney’, het voormalige zendschip van Radio Veronica, een plekje had gekregen.

Zenderkamer, schakelaar 100 kW zender

Die ochtend stond ik al vroeg op want Jozef Segers zou me op komen halen. Jozef stond om stipt 9 uur in de ochtend met zijn kloeke Citroen voor de deur in Geldrop. Mijn moeder gaf me nog de raad “kiek oit wadde doeht”, stopte me een plastic tas in de handen met boterhammen en snacks voor onderweg. Vanuit Geldrop ging de reis naar Ermelo, waar Douwe Dijkstra toen nog als geliefde zoon bij zijn ouders woonde. Maar eerst maakte Jozef een tussenstop in Breda waar hij bij platenzaak ‘Spronk’ een paar pakketjes afleverde. Pas later kwam ik er achter dat ooit bij ‘Spronk’ op de boven verdieping een Radio Mi Amigo studio was, en blijkbaar had ‘Den Zjosef’ daar nog wat mee te maken.

Vanuit Breda gingen Jozef en ik naar Ermelo waar we hartelijk werden ontvangen door de familie Dijkstra en we al snel de trap naar boven namen naar de slaapkamer, waar Douwe samen met zijn oudere broer resideerde. Douwe liet ons nog een paar leuke Mi Amigo opnames horen die hij gemaakt had met een oude Philips recorder, die hij ooit voor het symbolische bedrag van 1 cent van me had overgenomen. Kort daarna stapten we in bij Jozef zijn snelle Citroen en de reis naar Slikkerveer, waar de MEBO II lag, nam een aanvang. Volop keuvelend over ‘zeezender ditjes en datjes’ en al heel snel was het eindpunt van de reis bereikt, Slikkerveer!

Henk Kruize op het dek

Als de drie vrije radio musketiers wandelden we de kade op in Slikkerveer waar de MEBO II en de als Angela omgedoopte MEBO in al hun pracht en praal lagen. Via de loopplank betraden we het zendschip waar we werden ontvangen door kapitein Gijsbertsen, een hele vriendelijke man die samen met zijn vrouw een aantal maanden op de MEBO II verbleef om het schip te bewaken. Gijsbertsen was een al wat oudere zeeman die ons het gehele bezoek vertelde over zijn ‘zee-avonturen’.

Wat zag het er daar op het schip mooi uit, alles was netjes geschilderd, zuiver tapijt, opgeruimd en tip-top in orde. Als eerste kregen we in de messroom uitleg van de kapitein over alle in’s en out’s van het schip, dit alles onder het genot van een kop koffie met de ‘sterkte van asfalt’, althans, in mijn herinnering. En als ik nu oude foto’s van de MEBO II bekijk en ik zie een foto van de messroom dan denk ik altijd ‘Kijk, op dat stoeltje heb ik gezeten’. Rare jongens die zeezender fans.

Jozef, Douwe en ik, wij kregen vervolgens onze toer door het schip, begeleid door de kapitein die ons scherp in de gaten hield dat we ‘brave jongens’ bleven. We hadden onze fototoestellen op scherp staan en vele rolletjes werden door ons vol geschoten. Tja, laat maar eens drie zeezender fans in een zendschip los. Wat waren ze imposant, die vijf zenders die er stonden, de cabines van de dj’s, de generatoren waarvan de koperen leidingen blonken als een spiegel, de machinekamer en meer.

Generatorruimte

Helaas waren de deuren van de studio’s op slot en, volgens de kapitein, waren de sleutels zoek. Die laatste opmerking namen we met een korreltje zout maar dat belette ons niet om door de raampjes zoveel foto’s te maken dat de aandelenkoers van Kodak Film na 27 december 1975 een aantal punten steeg. Na de tour door het zendschip dronken we wat koffie met de kapitein in de messroom en daarna mochten aan dek nog wat vogelvrij rond dwarrelen. Wat was het toch een mooi schip! Van elk hoekje, gaatje, verfspatje en 1001 andere dingen werd wel een foto gemaakt, ‘voor het nageslacht’, zoals we dachten.

Daarna even snel het brood en snacks gegeten dat Moeke in Geldrop had meegegeven en de ‘drie zeezender fans on tour’ vertrokken naar Zaandam. Daar aangekomen parkeerde Jozef zijn Franse automobiel op de werf en al snel ontdekten we de ligplaats van ons jeugdidool, de ‘Norderney’. Van veraf gezien was het een mooi schip maar hoe dichter we bij het voormalige Veronica zendschip kwamen hoe meer roest we zagen en hoe treuriger onze blik werd.

Eenmaal aan boord van de Norderney merkten we al snel dat alles was afgesloten en konden we nergens in, dus ook niet bij de studio. Lopend op het dek van de Norderney zakte onze bewondering voor het zendschip snel naar een dieptepunt. Wat was het een anticlimax in vergelijking met het bezoek aan de MEBO II. Ons jeugdidool was niet meer dan een grote klomp roest met een verwaarloosd dek waar veel rommel lag, terwijl het in onze gedachten toch een mooi en prachtig schip was. De werkelijkheid kan soms hard aankomen. Uiteindelijk konden we door een klein rond raampje vanaf het dek zo naar beneden kijken in de boordstudio en zagen we de Akai recorders. Ze leken mij op het eerste gezicht een beetje afgeleefd.

Dat betrof ook de rest van het schip, ook de grote witte letters ‘VERONICA’ op de zijkant van het schip waren zwaar aangetast door het roestspook. Toch bleef er een grote portie bewondering voor het schip over en ook hier zorgden Jozef, Douwe en ik ervoor dat de winst van fotorolletjesfabriek Kodak en Agfa naar recordhoogte steeg. Al vrij snel werd het donker en liep ons bezoek aan de twee zendschepen af. Man, wat hadden we elkaar volop te vertellen op de terugreis. Zeezender fans hebben allemaal dezelfde afwijking, ze kunnen namelijk ouwehoeren als Brugman over hun geliefde hobby. Ermelo, hometown destijds van Douwe Dijkstra, was al heel snel bereikt en zoonlief Dijkstra werd weer verenigd met zijn ouders en broers, die ongetwijfeld die avond nog vele verhalen over MEBO II en de Norderney hebben aangehoord. Vervolgens kwam ook Geldrop in het vizier en eenmaal voor de deur van mijn ouders even Jozef Segers bedankt voor de moeite die hij had gedaan om dit allemaal mogelijk te maken.

Voor Jozef kon de terugreis naar zijn Madam in Antwerpen beginnen. Laat in de avond verwelkomde mijn moeder mij terug thuis en er stond koffie en een appelflap klaar. Ze vroeg me meteen “was ut moi jonguh?” Uiteraard was “ut moi” moeke…. “heul moi!” Douwe, Jozef en ik hebben nog vele maanden leuke correspondentie gevoerd over de dag dat we Slikkerveer en Zaandam bezochten, een dag die ik me nog herinner als was het gisteren. In werkelijkheid 48 jaar geleden.