Als het gaat om de zeezender Radio Veronica is er veel niet gepubliceerd in boekvorm. Dit ondanks dat er in de loop der decennia een fiks aantal boeken is verschenen. Er zijn in dit geval twee categorieën te onderscheiden: boeken geschreven door mensen, die betrokken waren bij het station en boeken geschreven door mensen die vanaf de zijlijn hebben meegekeken.
Op 15 mei 1971 werd er een aanslag gepleegd op het zendschip MEBO II van RNI, en dat – zoals enkele dagen later bleek – in opdracht van een directielid van Radio Veronica. Medewerkers van Veronica bleven ook na arrestatie van directeur Hendrik Verweij en een van zijn getrouwen pal achter de toekomst van Radio Veronica staan en startten een actie onder de noemer ‘Veronica blijft als U dat wilt.’ Het verhaal van die moeilijke periode is van Veronica zijde uitgebreid beschreven door Rob Out in het boek ‘Veronica 1 jaar later’.
Maar er gebeurde meer aan de zijlijn in die periode. Algemeen bekend werd dat, gezien Hendrik Verweij in de gevangenis was gekomen, een paar dagen later de aandeelhouders van CV Radio Veronica hadden besloten broer Dirk Verweij weer tot directeur te benoemen. Dirk had zich jarenlang niet getoond in de directiekamer, ondanks dat hij de belangrijkste figuur was in de beginjaren van het station en tevens op dat moment veruit de grootste aandeelhouder was. Vanaf dat moment was Dirk mededirecteur naast zijn broer Jaap en waren conflicten uit het verleden deels bijgelegd of waren in de koelkast beland.
Doel van de door de medewerkers bedachte actie, die op 31 juli 1971 werd opgestart, was het niet alleen afstand te nemen van datgene wat was gebeurd door de aanslag, maar vooral om de luisteraars te gaan aansporen achter het initiatief te staan en een ondersteuningskaart voor deze actie in te vullen en in te sturen. Vervolgens was het de bedoeling de massaal ingediende kaarten te bezorgen bij de toenmalige regering in Den Haag.
Een in juni 2024 door mij gestelde vraag aan een aantal radiovrienden was: ‘Momenteel ben ik een lang artikel aan het schrijven inzake vele dingen die speelden rond de actie. Derhalve de vraag ‘wat je zoal herinnerd aan de actie, of jezelf bewust hebt meegedaan kaarten te verzamelen, op de een of andere manier het geheel hebt ondersteund, en of er meer herinneringen naar boven komen?’.
Het was Kay Coax die reageerde met: ‘Ik weet nog van de aanslag zelf, mijn ouders vonden dat het langharig tuig verzopen had moeten worden in de zee. Voor mijzelf was dit de druppel om niet meer naar Radio Veronica te luisteren. Want zo bijzonder vond ik ze toen ook niet echt ten opzichte van RNI, waar het er niet zo stijf aan toe ging en dat veel meer een hitradio station was. De kaarten actie vond ik zeer ongepast voor ‘bomleggers’.
Wel dient eraan toegevoegd worden dat de programmamakers, die de kaartenactie hadden opgezet, helemaal niet op de hoogte waren dat door Hendrik Verweij en Nobert Jurgens opdracht was gegeven tot een aanslag op het zendschip van RNI. Bovendien was met de aanslagplegers niet afgesproken dat dit met een bom zou gebeuren, en achteraf bleek het tevens om een molotovcocktail te zijn gegaan. Mede door de in paniek geraakte deejays van RNI, die noodsignalen de ether in stuurden waarin werd gemeld dat er een bom aan boord was gegooid, is die aanslag onterecht als een ‘bomaanslag’ de geschiedenis ingegaan.
En dan was er ook een aantal reacties van personen die toen al fervent luisteraar van RNI waren. Eén van de reacties was van Hans van Dijk die reageerde met: ‘Ha Ha ja ik weet het nog goed maar ik heb zeker niet zo’n kaart ingestuurd.’ Duidelijk na meer dan een halve eeuw nog steeds dezelfde mening.
In een aantal kranten verscheen op 19 mei 1971 de berichtgeving dat de deejays van Radio Veronica als het ware de directieleden op de knieën hadden gedwongen en ze te laten bekennen, betrokken te zijn geweest bij het voorbereiden van de actie tegen de concurrent. Eén van de koppen destijds gaf het al aan: ‘Directeur Bull Verweij gaf het zelfs toe in een interview in AVRO’s Televizier Magazine aan de jonge journaliste Ria Bremer: “Ik gaf 10 duizend gulden voor de aanslag.”
Bovendien werd er nog meer geld toegezegd als de actie succesvol zou zijn. Van het gekregen geld kochten de aanslagplegers de nodige materialen om de aanval te kunnen uitvoeren. Zelfs in Groningen, in de burelen van het Nieuwsblad van het Noorden aan het Zuiderdiep, was het trieste nieuws doorgedrongen van het gebeuren in Hilversum.
Een correspondent meldde dat er een fikse ruzie had plaatsgevonden in het Veronicapand aan de Utrechtseweg in Hilversum, waarbij de programmamakers het niet eens bleken te zijn met de opdracht vanuit de directie. Ze moesten namelijk een bericht uit sturen via het ANP, waarin de directie zich distantieerde van de aanslag op de MEBO II van RNI.
De deejays en andere medewerkers waren die avond bijeen voor de wekelijkse bijeenkomst om onder meer een nieuwe Alarmschijf te kiezen en die betreffende keer eisten ze geheel open kaart van de directie van Radio Veronica. Hierbij wenste een groot deel van de deejays als ook technici met ontslag te gaan als er geen eerlijk antwoord werd gegeven. Rond negen uur in de avond verschenen de directieleden op de vergadering, vergezeld van twee advocaten.
De medewerkers vonden het een schandalige zaak dat ze werden opgezadeld met de opdracht naar de buitenwereld de niet betrokkenheid van Veronica te brengen, iets wat totaal niet te verdedigen was. Na de aankomst van de directiedelegatie was het Jaap Verweij die toegaf op de hoogte te zijn geweest, maar dat de directie niet had voorzien dat een geplande kaping en binnenslepen van het zendschip van Radio Noordzee zo uit de hand zou lopen.
En de tienduizend gulden, eerder genoemd, werden beschikbaar gesteld aan medewerker Norbert Jurgens die vervolgens het geld had gegeven aan de drie uit Scheveningen afkomstige duikers, waarbij een van hen heel goed op de hoogte was van de situatie aan boord van de MEBO II, gezien het gegeven dat hij in 1970 een tijdje als Captain Tom gezagvoerder was geweest van dit zendschip.
Op diezelfde 19de mei 1971 was er nog een ander opmerkelijk bericht terug te vinden in het Nieuwsblad van het Noorden waarin werd vermeld dat de directie van Radio Noordzee van plan was de krachten te bundelen met de directie van Radio Veronica met als doel de zeezenders gericht op Nederland te laten voortbestaan. Een woordvoerder van RNI meldde dat er een dag eerder een poging tot een gesprek was gedaan maar dat de directie van Veronica onder geen beding bereid was tot een gesprek.
De RNI-woordvoerder stelde onder meer: “We zijn het niet eens met de mensen die de mislukte aanslag een overwinning voor ons noemen in de concurrentiestrijd met Veronica. Dat zou een pyrrusoverwinning zijn omdat deze zaak een politieke ontwikkeling tot stand kan brengen, die ook voor ons het einde kan betekenen. Nogmaals, wijzelf en de eigenaren van het zendschip, Meister en Bollier, zijn bereid vrede te sluiten met Veronica, al was het morgen al.”
Ook werd door RNI-directie vanuit Zürich bekend gemaakt dat de totale schade aan het zendschip, als gevolg van de aanslag, in de buurt van de 1 miljoen gulden was geschat. MEBO Ltd. uit Zürich was niet tegen een aanslag verzekerd. De Amsterdamse officier van Justitie, mr. J.F. Hartsuiker, had inmiddels overleg gepleegd met zijn Haagse ambtsgenoot, plaatsvervangend hoofd van het Parket, mr. J. van ’t Veer. Ze waren tot de conclusie gekomen dat de aanslag door de Haagsche Officier van Justitie diende te worden behandeld.
Vreemd vond ik deze beslissing destijds omdat een eerdere rechtszaak omtrent problemen tussen Veronica en RNI werd stopgezet. Het ging om het onder dwang verwijderen van een kapitein van de MEBO II waarbij de toenmalige officier van Justitie aangaf dat deze activiteit had plaatsgevonden in internationale wateren en dus niet kon worden behandeld in een Nederlandse rechtbank. Tijdens de aanslag was de MEBO II immers ook verankerd in internationale wateren.
In de loop der weken na de aanslag op het zendschip van RNI en ver voor de start van de actie ‘Veronica blijft als U dat wilt’ verschenen in diverse kranten al dan niet positieve berichten aangaande Radio Veronica. Zo vroeg journalist Dick van Reeuwijk op 22 mei 1971 zich af hoelang er nog muziek zou zitten in Radio Veronica. Hij had daarvoor onder meer Jaap Stamer gesproken, destijds al acht jaar verantwoordelijk als ‘Artists Relation’ bij de platenmaatschappij Philips-Phonogram, die stelde dat Veronica in de daaraan voorafgaande elf jaren baanbrekend werk had verricht, dat de ontwikkeling van de Nederlandse platenmaatschappijen ongetwijfeld had bevorderd. “Het zou bijzonder jammer zijn als ze dienen te verdwijnen, na deze domme naïeve streek. Misschien dat hun goodwill, hun vele charitatieve goede werk hen kan redden”.
Het onderzoeksbureau Prad kwam rond die tijd naar buiten met cijfers rond de reclameomzet, waarbij werd gemeld dat die van Radio Veronica vijf keer zo groot was als die van Hilversum III. Bij Veronica ging het om rond de 20 miljoen gulden per jaar terwijl in Hilversum voor het zogenaamde popstation op III nauwelijks 4 miljoen gulden aan reclameomzet werd gegenereerd.
Ook Paul Mertz, een van de bekendste mensen actief binnen de reclamebureaus in Nederland, werd gememoreerd in het artikel van Dick van Reeuwijk in het Parool. Hij stelde: “Wij reclamemensen hebben het werken met Veronica altijd een leuke bezigheid gevonden, omdat dit station een extra dimensie aan het vak heeft gegeven. Ik zou het wel betreuren als Veronica verdween, hoewel ik het wel begrijp als men de gebeurtenissen met RNI aangrijpt.”
Mertz begon zijn loopbaan in de reclamewereld in 1967 en ook toen al, in de tijd dat reclame-uitingen via radio en televisie mogelijk werden, bleek Radio Veronica zijn kracht te behouden: “Dit had zeker betrekking op de jeugd. Hilversum III heeft het nooit tot de hoogte van Veronica gehaald zeker niet als het gaat om de groep jeugdigen tussen 15 en 20 jaar.”
Er was in de tijd een duidelijk verschil rond de mogelijkheden tot adverteren tussen Hilversum III en Radio Veronica. Bij eerstgenoemde was adverteren alleen mogelijk rond de nieuwsuitzendingen van het ANP, terwijl het ook nog eens in een keurslijf werd gebracht. Bij Radio Veronica waren de reclamespots onderdeel van de diverse programma’s waarbij het mogelijk was veel vaker per etmaal een product onder de aandacht te brengen dan via de STER en Hilversum III.
Uiteraard werden er in die tijd bij herhaling bepaalde platen gedraaid die succesvol werden. Zowel bij Radio Noordzee als Radio Veronica was dat het geval waarbij menigeen zich afvroeg of het ging om wat men in de VS destijds payola noemde, ofwel dat een of meerdere deejays betaald werden vanuit een platenmaatschappij. In het interview met Jaap Stamer in het Parool werd hem dan ook de stelling voorgelegd dat men bij Radio Veronica mede bepaalde wat de mensen voor platen gingen kopen.
Jaap: ‘Zo is het niet helemaal want met alleen pluggen kom je er niet. Je kunt draaien wat je wilt, als een plaat niet aanslaat bij het publiek gebeurt er helemaal niets. De betekenis ligt vooral in de mogelijkheid het publiek kennis te laten maken met een bepaalde plaat en die mogelijkheden zijn door Radio Veronica behoorlijk uitgebreid. Als het gaat om de uitgebreide aandacht die aan de Alarmschijf wekelijks wordt gegeven kan dat zomaar een omzet van tienduizenden platen betekenen.’
En met de vraag of er geld bij betrokken was als pluggers voorbij kwamen bij de toenmalige radiostation, inclusief Hilversum III, stelde Jaap Stamer: “Ondanks alle verhalen weet ik voor honderd procent zeker dat daar geen geld aan te pas komt. Er wordt in Nederland niemand omgekocht om een bepaalde plaat te draaien. Een directeur van een kleine maatschappij heeft dit eens een keer geprobeerd maar werd er bij Veronica direct uitgegooid.”
Het is natuurlijk voor de lezer en mijzelf de vraag of de opmerkingen van Jaap destijds als geloofwaardig dienen te worden aangenomen. Stamer verdedigde zich namens zijn branchegenoten ook nog eens met de opmerking: “Ach die goede deejays bij Veronica verdienen toch minimaal 25.000 gulden per jaar (1971) en werken ook nog eens voor de drive in show, dat hen ook nog eens 15.000 gulden per jaar per persoon oplevert. Wat heeft zo’n man er dan aan als hij honderd gulden krijgt toegeschoven en daarbij zijn als het zijn baan kan kosten.”
Afsluitend over vermeende financiële vergoedingen aan de radiostations stelde hij destijds dat er af en toe wel eens in een vriendschappelijke sfeer werd gedineerd en een borreltje werd gedronken maar dat daarmee de kous af was. Dan bleef de vraag over wat het kon betekenen voor de platenindustrie als Radio Veronica en Radio Noordzee door verandering in de Nederlandse wetgeving dreigden te verdwijnen.
Jaap Stamer: “Dan is wel te verwachten dat er een teruggang in verkoopcijfers zal komen. Toen Radio Caroline destijds voor de Britse kust verdween betekende dat een terugval in tientallen procenten als het om de omzet binnen de platenindustrie ging. Als Veronica en Noordzee gaan verdwijnen zal het minder omzet worden maar niet zoals in Engeland omdat Hilversum III het gemis beter zal opvangen als de BBC destijds met de op Engeland gerichte zeezenders.”
Paul Mertz ging destijds nog in over hoe eventuele budgetten gericht op radio reclame zouden veranderen als er een einde zou komen aan de zeezenders. Hij was van mening dat er weinig van de gereserveerde budgetten uitgegeven zouden worden. Reden was onder meer dat zowel Hilversum I, II en III, geheel vol zaten omdat er geen ruimte meer was voor reclamezendtijd in de daarvoor bestemde blokken. Ook voor reclame via de televisie was er geen mogelijkheid meer omdat er dan overboeking zou ontstaan. Plannen voor een zwevende versie van reclameblokken gingen ook niet door om het de dagbladpers niet nog moeilijker te maken en toch nog genoeg gelden te genereren via de adverteerders.
Uiteraard waren de medewerkers van Radio Veronica, die voor die tijd niet op de hoogte waren gesteld van de pogingen Radio Noordzee dwars te gaan zitten, behoorlijk gefrustreerd over het gegeven dat de aanslag wel eens het einde kon betekenen van hun radiostation waar men met hart en ziel voor werkte. Liefst 90 medewerkers waren er in Hilversum als ook aan boord van het zendschip Norderney actief en eind mei 1971 kwam een aantal van hen in verschillende kranten, waaronder de Telegraaf en Het Parool, aan het woord. Een hoofddoel werd uit de verhalen heel duidelijk, namelijk dat men door wilde gaan als vanouds.
“Zoiets kan zo maar niet worden weggevaagd” was de gezamenlijke mening destijds van de toen 29-jarige Tineke de Nooij en een jaar jongere Rob Out, die programmaleider was van het station. Hun reactie was gericht tegen de plannen van de regering van Nederland die in overweging had genomen een einde te maken aan het ‘piratentijdperk’.
Beide populaire presentatoren hadden, samen met andere collega’s, een bezorgde open brief geschreven omtrent de ontwikkelingen rond het bestaan van Radio Veronica. Tineke werd omschreven als diegene die het meeste haar emoties toonde en stelde: “Wij hebben hier allen zo’n beetje de zenuwen. Elke morgen sta je op met de gedachte dat we vandaag eens een keer iets positiefs horen in plaats van al die slechte dingen. Het kan toch niet ineens zo maar voorbij zijn voor ons.”
Out liet een ander perspectief zien gericht op de lezers van de Telegraaf, waarin hij stelde: “Afgezien dat wij de Nederlanders eindelijk gaven waarop zij recht hebben: muziek, hebben wij in de afgelopen 11 jaren wel getoond meer voor de medemens te hebben gedaan dan welke Nederlandse omroep dan ook. Wij hebben in die jaren zeker voor 5 miljoen gulden daarvoor beschikbaar gesteld. ”
Hij duidde daarbij op de vele charitatieve financiële doelen die men bij Veronica had ondersteund. Een aantal voorbeelden: Het Koningin Wilhelmina Fonds, Stichting Open het Dorp en de Nierstichting. Allen hadden een fikse financiële ondersteuning genoten van Radio Veronica.
Ook memoreerde Out aan het gegeven dat wekelijks weer de Top 40 werd samengesteld in nauwe samenwerking met rond de 250 platenzaken, verspreid over geheel Nederland. Een dure actie die per jaar rond de 400.000 gulden kostte. Volgens Out zou geen enkele andere omroep dit Veronica na doen.
Een dag later stelde Tineke in een interview dat niemand binnen het Veronica team in de voorafgaande dagen nog de mogelijk had om reëel te denken. “We hebben in de afgelopen elf jaar vaker in een panieksituatie gezeten met Radio Veronica, waarbij het tevens het er naar uitzag dat het mis zou gaan. Nu lijkt het dan definitief. Maar we zijn vastbesloten, we gaan door tot het bittere einde. Wij hebben allemaal wel eens een aanbieding gehad om elders aan het werk te gaan, naar van diegenen die er nu nog zijn, is niemand van plan weg te gaan voor dat het station gesloten is. We gaan door.”
De opnieuw tot directeur benoemde Dirk Verweij was van mening dat Veronica echt niet op korte termijn diende te verdwijnen: “Er zijn veel economische belangen. Niet alleen voor het personeel maar ook voor de adverteerders van wie de radioreclame samenloopt met hun advertentiecampagnes in de kranten. Iets wat je zo maar niet kan afbreken.”
Uiteraard werd Dirk Verweij ook gevraagd naar de enorme problemen die door de aanslag waren ontstaan maar hij legde de schuld duidelijk bij de komst van RNI in 1970: “Toen ze vorig jaar kwamen dachten we meteen al dat ze alles zouden gaan verpesten. Ze hebben een veel sterkere zender en één schip kon onze regering nog wel laten liggen, terwijl als er twee kwamen er evengoed nog vijf bij zouden komen. En dat laatste is nou eenmaal ontoelaatbaar. Dat storen op het zuidelijk halfrond (Australië), waar de regering over spreekt, is ook door Radio Noordzee. Wij hebben met Veronica altijd goed in de pas gelopen.”
Ik vond destijds en nu eigenlijk nog steeds de opmerkingen inzake de komst van RNI als oorzaak van alle problemen nogal hard gesteld door Dirk Verweij.
In de weken na de aanslag op het zendschip van Radio Noordzee kreeg men bij Radio Veronica toch per dag enkele duizenden brieven van verontruste en meelevende luisteraars binnen, waarbij duidelijk werd dat het merendeel van de schrijvers zich positief en ondersteunend had geuit. Uit de inhoud bleek vooral dat men de wens had dat de programmamakers gewoon zouden doorgaan en wilden dat Veronica zou blijven bestaan. Duidelijk een wens die later werd gebruikt bij de op te starten actie voor lijfsbehoud.
En in het land werd het duidelijk dat het luistervolk belangrijk kon zijn ter ondersteuning van voornoemde wens. Uiteraard dient vooral de steun worden genoemd, die vanuit Volendam in die tijd ontstond. Het waren Jan en Jaap Buijs, die onder meer managers waren van The Cats, die van mening waren dat ondersteuning via onder meer een handtekeningenactie van groot belang kon zijn.
Jaap Buijs stelde eind mei 1971 dat, als de actie zou worden gehouden, er voor beide stations zou worden gestreden: “Als we alleen in een actie voor Veronica gaan strijden, mag Noordzee bij een goed resultaat toch ook blijven voortbestaan. Dus hoeven we geen partij te kiezen en kunnen mogelijk beide stations in de toekomst blijven bestaan en kunnen we dus voor beide stations een actie gaan voeren.”
Weer elders meldde Out dat hij hoopte dat gebaseerd op het verleden voor Radio Veronica een vorm kon worden gevonden waarin het radiostation naar een eventuele wetsinvoering tegen de zeezenders kon blijven bestaan. In Luxemburg was dit volgens hem ook mogelijk doordat Radio Luxembourg daar al jarenlang werd gedoogd en niet door de regering van het land in moeilijkheden werd gebracht.
Zo knipte ik op 25 augustus 1971 een berichtje uit de Telegraaf, waarin dieper werd ingegaan op datgene de luisteraar het liefste op Radio Veronica wenste te horen als ‘ideaal programma’. Het werd mij niet duidelijk of de vraagstelling vanuit de Telegraaf was gedaan of vanuit de Veronica organisatie. Wel werd er door een journalist van de Telegraaf in het knipsel gemeld dat liefst 27.253 enthousiaste luisteraars hadden gereageerd wat leidde tot een gemiddeld favoriete overdagindeling van Radio Veronica, dat toen nog via de 192 meter vanaf het zendschip de Norderney werd uitgezonden.
Zo wenste men op doordeweekse dagen tussen 7 en 9 uur te blijven luisteren naar ‘Ook Goeiemorgen’ in de presentatie van Tom Mulder. Daarna een uurtje ‘Muziek terwijl U werkt’, in presentatie van Tineke. Ook gaf men aan dat tussen 10 en 12 uur het liefste werd geluisterd naar een aflevering van de ‘Tom Collinsshow’. Tussen de middag vervolgens het liefste twee uur lang de ‘Chiel Montagne Show’. Lex Harding wenste men tussen twee en vier uur, terwijl men de uren tussen 4 en 6 uur had toebedacht aan Rob Out.
Over de uren in de avond werden er geen gegevens naar buiten gebracht. Wel werd bekend dat door de nieuwe indeling de ‘Zaterdagmiddaggebeurtenis’ werd vervroegd. Zoals bekend zat daar niet alleen de ‘Veronica Top 40’ presentatie in maar ook die van de ‘Tipparade’. Vanaf dat moment begon dit gebeuren om 13 uur en duurde vervolgens tot 18 uur iedere zaterdagmiddag. Voor velen een ijkpunt om naar uit te kijken, voor anderen afzien om weer de hitparade te dienen aan te horen.
Een programma dat voorheen op de zaterdag werd gebracht verhuisde naar de zondagochtend tussen 11 en 12 uur en wel ‘Sportief zijn, beter worden’. Daarna was in de zondagmiddag een herhaling van de ‘Veronica Top 40’ te beluisteren. Het was natuurlijk niet verplicht om te luisteren, want er waren genoeg andere mogelijkheden om te ontspannen, zoals de programma’s van Radio Noordzee, die werden uitgezonden via de 220 meter. Tenslotte was het voor velen een verademing dat het zondagmiddag programma ‘Sangria’, dat voorheen alleen in de zomer werd geprogrammeerd, een vaste plek bleef behouden tijdens de ‘winterprogrammering’.
Het was trouwens een paar dagen eerder, op vrijdag 20 augustus 1971, dat ik destijds in mijn knipselwoede uit de Volkskrant een artikel haalde waarbij ik een aantekening maakte met grote uitroeptekens: ‘1 miljoen en meer Nederlanders?’ Het was een klein half jaar nadat Radio Noordzee, het Nederlandstalige deel van RNI, in de ether was gekomen. Zelf was ik direct na de start een fervente luisteraar geworden. Mede gezien de eerdere ervaringen met Radio Nordsee International, verkoos ik Radio Noordzee boven de destijds in mijn oren behoorlijk ‘gemaakte’ programma’s van Radio Veronica. Met andere woorden ‘het was voor mij meer een stukje fabriekswerk zonder enige vorm van belevenissen op de boot’, zoals we wel gewend waren via RNI.
Zie deze kritiek niet als het neerhalen van Radio Veronica, maar meer het gevoel dat ik destijds had bij mijn radiobeluistering. We hadden voor die 20ste augustus 1971 natuurlijk al behoorlijk veel informatie tot ons laten komen en ikzelf had af en toe ook geluisterd naar de programma’s van Veronica, waarin de actie ‘Veronica blijft als u dat wilt’. Wel in betreffende knipsel kwam naar voren dat de populariteit en bestaansrecht van Radio Veronica voldoende was aangetoond door voornoemde actie.
Het was Rob Out, die namens het station, de media had opgezocht en onder meer meldde: “Eind augustus wordt de actie gesloten en krijgen wij ook de uitslagen van een waarderingsenquête.” Het was de Stichting voor de Statistiek die in het onderzoek een fiks aantal vragen had gesteld als het ging om het eventuele voorbestaan van de zeezender Radio Veronica.
Het was Out die ook stelde dat de cijfers, voortgekomen uit het onderzoek, reden genoeg waren om vertegenwoordigers van de regering uit te nodigen voor een gesprek in de burelen van Radio Veronica aan de Utrechtsestraatweg in Hilversum. Hij gaf echter niet aan welke specifieke personen eventueel werden uitgenodigd. Rob Out: “Houd het maar op Kamerleden en de Regering. Welke argumenten we zullen aanvoeren en welke alternatieven we daar zullen geven daar hebben we nog totaal geen flauw idee van.”
Er waren mogelijkheden genoeg. Allereerst het voorbestaan als zeezender, inpassing in het omroepbestel dan wel een organisatie verantwoordelijk voor het op te starten en in te vullen vierde radionet, waarvan voorzichtig sprake was. Uiteindelijk werd het de aspirant status in 1975 waarop in de laatste dagen van het jaar wel het eerste openingsprogramma op het nieuwe klassiek getinte Hilversum 4 mocht worden gevuld.
Vreemd genoeg had Out wel een eigen mening over de mogelijkheden van het eventueel toelaten van concurrent Radio Noordzee tot het omroepbestel: “Het is een buitenlands station voor de Nederlandse kust. Radio Veronica is in de eerste plaats een Nederlands station dat al elf jaar bestaat en populair is bij de bevolking.” Waarschijnlijk was hij even vergeten dat een deel van de luisterschare na de aanslag op het zendschip van RNI, in opdracht van Radio Veronica, van luisterfrequentie was veranderd.
Ook vond Out dat de aanslag op het zendschip van RNI niet dient te worden aangehaald bij de informatie over het onderzoek. Het diende maar eerst te worden bewezen dat Hendrik Verweij, een van de drie directeuren van Radio Veronica, daadwerkelijk was betrokken bij de aanslag. Ook meldde hij dat de reclamewereld het een uitstekend idee zou vinden als het station als zeezender zou blijven bestaan.
Out meldde tevens dat de daaropvolgende maand september speciaal zou gaan worden met een regelmatig uitgave van ‘Veronica 1-9-2’ dat in enkele honderdduizenden exemplaren met een omvang van rond de 50 pagina’s zou verschijnen. Hij beloofde dat het tijdschrift niet meer dan 50 cent ging kosten. Er gingen destijds meteen verhalen rond dat men zich bij Radio Veronica op deze manier voorbereidde op een eigen omroepblad. Rob Out vond de conclusie maar een slag in de lucht: “Het gaat er gewoon omdat we het nodig vinden een dikker blad uit te geven dan het vierpagina top veertigblaadje, dat we tot nu toe uitgeven.”
Terwijl ik aan het schrijven ben, komt in gedachten weer de foto naar voren die destijds in 1971, bij herhaling, in diverse publicaties heeft gestaan. Rob Out zittende achter een tafel vol met adhesiebetuigingen, die op voorgedrukte kaarten in het land door vooral jongeren werden verspreid. Met een arm steunde hij op een enorme stapel en toonde zich meer dan verheugd op het succes van de actie ‘Veronica blijft als U dat wil’, door zich op zijn hoofd van verbazing te krabben.
En inderdaad, het waren vooral de jongeren die de adhesiekaarten landelijk verspreidden. De familie Knot was in Groningen een jaar eerder verhuisd van de Korreweg naar een splinternieuw hoog flatgebouw in de nieuwe wijk Vinkhuizen. We woonden daar op de tweede verdieping en op een bepaald moment ging de voordeurbel. Het was in het begin van de avond en moeder Rie Knot deed de deur open en zag een enigszins verlegen jongen van een jaar of 13 die haar vroeg of er interesse was een dergelijke kaart in te vullen om het voortbestaan van Radio Veronica te ondersteunen.
De voordeur ging meteen wijd open, want mijn moeder was een zeer gastvrije vrouw en liet de jongen binnen met de opmerking dat hij maar eens binnen diende te komen om te zien hoe de zeezenders leefden in ons gezin. Rie wees hem op de kamer meest links in de gang, die hij vervolgens betrad en zijn ogen redelijk uitkeek van verbazing. De muren waren gevuld met uitingen over de zeezenders, variërend van stickers en posters tot zelfgemaakte tekeningen. Het was de basis sinds enkele maanden van de nieuwe hoofdredacteur van Pirate Radio News en de 13-jarige jongeling werd later de man die vooral Ome Frans Nienhuis van Radio Veronica eerde met een eigen internetpagina, ofwel Bert Alting.
Terugkomend op die jongeren, zoals aangehaald door Rob Out, dient vermeld te worden dat uit een steekproef, genomen uit die honderdduizenden inzendingen, was gebleken dat veel van de adhesiekaarten waren ingevuld door 15 tot 20-jarigen. Het ging daarbij om een percentage van bijna 25%. Commentaar van Out in een van de publicaties was dat het daarbij vooral ging om jongeren die helemaal gek waren van de wekelijkse top veertig en deels deden aan deejayverering.
Maar het was onjuist om te concluderen dat het voornamelijk kinderen waren die wensten dat Veronica kon blijven. Immers was 60 procent van de ingezonden kaarten afkomstig van ‘jongeren’ in de leeftijdscategorie tussen twintig en zeventig jaar. Gelijk aan voornoemde actie liep er een tweede onder de noemer: ‘Veronica Rot Op Nu’, waarvan de initiatiefnemers landgenoten opriepen de kaarten van ‘Veronica Blijft Als U dat wilt’ ongefrankeerd op te sturen naar de burelen van Radio Veronica, zodat er een enorme financiële schadepost kon ontstaan doordat men de vele strafporten diende te betalen. Maar gelukkig werden dergelijke kaarten nauwelijks ingestuurd.
Meer als een halve eeuw later beken ik andermaal, dat ik in die tijd geheel geen fan was van datgene Radio Veronica ons via de 192 meter bracht en mijn tevredenheid meer was te vinden bij de programmering van het dat jaar opnieuw opgestarte RNI, met Nederlandstalige uitzendingen onder de naam Radio Noordzee. Maar toch bleef ik, na de aanslag en brand op het zendschip MEBO II van RNI de publiciteit volgen en knipte vrijwel dagelijks meerdere artikelen uit de diverse kranten die via allerlei wegen tot mij kwamen. Zo werd mij door een bekende vrijwel wekelijks ‘Vrije Geluiden’ toegestopt en wel in de week nadat het was verschenen en dus niet meer van pas kwam om de programmering van radio en televisie van de publieke omroepen daarin te volgen.
Maar ook in ‘Vrije Geluiden’ vond ik af en toe, al dan niet positief, een bijdrage omtrent het gebeuren rond Radio Veronica en RNI. Het was in de editie van 14 augustus 1971 dat er een nogal zuur stuk was te lezen onder de titel ‘Eindelijk Gerechtigheid’ van de pen van Hans Keller. Hij had een lange loopbaan al achter de rug in zowel de geschreven media als de televisiewereld en was in 1961 een van de initiatiefnemers voor de introductie van de Nipkowschijf. In 1969 ging hij werken voor de VPRO, waar hij elf jaar lang gezichtsbepalende informatieve en kunstprogramma’s voor de televisie maakte, waaronder het in Nederland bekende ‘Het gat van Nederland’. Hij kreeg trouwens voor dit in die tijd populaire voornoemde programma zelf de Nipkowschijf uitgereikt.
Maar hij schreef dus ook met regelmaat een column in het omroepblad van de VPRO, zoals op 14 augustus 1971 en wel met een zure aanval op de Veronica actie waarin eenieder werd gevraagd de actie ‘Veronica Blijft al U dat Wilt’ te ondersteunen. Keller haakte aan door onder meer te stellen ‘dat Veronica op zee was gestart met de actie Veronica moet blijven. Met handtekeningenactie, sticker campagne, luisteronderzoeken vol met vele cijfers die trillen van auditieve gulzigheid. Speciaal voor die gelegenheid tot klinken gebrachte zielige jingles, waarin een stem zegt dat Veronica zal verdwijnen als we niet met z’n allen helpen, terwijl je op de achtergrond de prachtige gil hoort van een dame die tot zinken wordt gebracht en om hulp roept omdat iedereen haar te mooi vond om te verdrinken.’
Natuurlijk is het geheel, dat straks nog verder wordt aangehaald, in een cynische bui destijds door Keller geschreven mede uit een vermeende angst dat de VPRO misschien wel de nodige leden als omroepvereniging zou gaan verliezen als Veronica eenmaal het recht zou krijgen om te opteren voor een officiële licentie aan land.
Vervolgens memoreerde hij wat zowel hij had gehoord in de programma’s van Radio Veronica als ooggetuigenverslagen betreffende voornoemde acties. Bijvoorbeeld dat er door de postkamer van de NOS 1500 kaarten ter ondersteuning waren aangevraagd voor de medewerkers van deze overkoepelende publieke omroeporganisatie, 400 kaarten waren verstuurd naar de politie in Vlaardingen maar ook dat drie jongens vanuit Dordrecht op hun brommertjes helemaal naar ’t Gooi waren gekomen om een stapel kaartjes te halen.
Vervolgens vond de schrijver van de cynische column het nodig een snerende opmerking te maken richting diverse dagbladen die, volgens hem, te veel positieve aandacht besteedden aan de door Veronica opgestarte en misschien voor hem te succesvolle actie. ‘Zelfs enkele dagbladen, die sinds enkele jaren een naam hadden te verliezen als gezagsgetrouwe steunpilaren van een dames-en-heren-maatschappij, die met toegeknepen neus en hoofdschuddend gadeslaat wat er tegenwoordig allemaal maar schijnt te kunnen, hebben het voor Veronica opgenomen.’ Keller vergat toch echt dat de VPRO al tijden in verdrinkingsnood zat en via de zogenaamde tientjes actie (wel lid geen blad) de nodige leden diende binnen te halen om het hoofd boven het water te kunnen houden.
Als ik zo zijn ongenoegen van destijds andermaal lees, lijkt het erop of hij stilletjes verlangen had naar zijn prille jeugd want hij begon Veronica te vergelijken met Paddeltje, de scheepsjongen van Michiel de Ruyter, een ondeugende maar schat van een jongen. Daarbij voegde hij eraan toen dat de radio-fetisjisten voortdurend door Veronica in hun sentimentele herinneringen aan Radio London en Radio Caroline werden gekieteld, de twee ‘piraten’ die de Veronica stijl van radiomaken en jaren eerder een niet geringe duw hadden gegeven aan de opmars van de Europese popcultuur.
Keller vergat te melden dat ook de programmakers en hun collega’s bij Veronica met het vervolg op deze vorm van radiomaken ervoor hadden gezorgd dat de zon meer ging schijnen in ons Nederlands radiovenster.
Het was of die 14de augustus 1971, vier jaren nadat de Britse versie van de anti-zeezender wijzigingen in de Nederlandse wetgeving werd aangepast, de juiste datum was om de voornoemde actie van Radio Veronica eens goed aan te pakken. Destijds kreeg ik vanuit het westen van ons land van een bevriende zeezenderfan een epistel toegestuurd op die datum gepubliceerd van de pen van Rolf Boost in de Haagse Post.
Hij meende dat de door Veronica gebruikte reclameslogan een aardige was maar inhoudelijk wel een leugen was. Want zolang Nederland geen Volksrepubliek zou zijn, maar een parlementaire democratie, besliste niet het volk, maar de leden van de beide Parlementaire Kamers in Den Haag.
Het was derhalve Boost die van mening was dat de actie een loze poging was om officieel te worden erkend, want volgens hem zouden de leden van de beide Kamers even gemakkelijk de zeezenders om zeep helpen als de studiekosten aanzienlijk verhogen. Tevens meldde hij in zijn betoog dat de actie van Veronica, in de plaats gekomen voor een reclame advertentie actie opgezet door directeur Dirk Verweij, een bedrag van minimaal een kwart miljoen gulden ging kosten.
Vliegtuigen met reclamesleep, dames in Veronica T-shirts, enorme hoeveelheden bedrukte adhesiebetuigingen, artiesten die gingen meewerken en een boodschap inspraken, zoals het jonge zangeresje Wilma, die stelde dat ze altijd misselijk werd in een auto en dan naar Radio Veronica luisterde om weer zich enigszins senang te voelen en Mieke Telkamp, die met volle overtuiging stelde dat ze het erg ging vinden als Veronica dreigde te verdwijnen. En de fanatieke Veronica luisteraar herinnert zich tal van muzikale steunbetuigingen die in die periode, gevolgd door de frequentiewisseling in september 1972, in veelvoud voorbij kwamen in de uitzendingen.
En bij de buren, Radio Noordzee, was nog geen enkel teken van actie te vernemen via de uitzendingen. Wel bleek de juridisch adviseur namens de firma Strengholt – de heer Geleijnse -, opdracht te hebben gekregen uit te zoeken op welke manier de organisatie een actie tegen de Nederlandse Staat kon beginnen. Het enige dat vanuit de burelen van Radio Noordzee naar buiten kwam was dat men van mening was dat de door Radio Veronica gevoerde actie op een te vroeg tijdstip een aanvang had genomen.
Ondertussen bleek alle – al dan niet negatieve – publicatie rond beide stations wel zeker van invloed te zijn geweest op de aandacht vanuit de reclamewereld. Rob Out meldde dat in plaats van 16 spots men had besloten er maximaal 20 per uitzenduur te programmeren. Ook meldde hij dat er een brief was uitgegaan naar de reclamewereld waarin stond vermeld dat men sterk rekening diende te houden met het gegeven dat Radio Veronica het daarop volgende jaar nog zeker in de ether zou zijn. Dit kon overtuigend worden gemeld daar de toenmalige minister-president De Jong had gezegd dat de radiostations, actief vanaf internationale wateren, nog tijd genoeg kregen om, bij een beslissing tot invoering van een speciale wet, de lopende contracten met de reclamewereld na te komen.
John de Mol sr. van Radio Noordzee meldde aan de media dat het razend druk was, mede door de toenemende stroom van potentiële adverteerders. Het was ook logisch dat adverteerders het liefste bij de twee stations gingen of bleven adverteren aangezien het daar aanzienlijk goedkoper bleek te zijn dan bij de STER, de Stichting Ether Reclame. Dit ondanks dat de toenmalige directeur van de STER – waarschijnlijk uit lijfsbehoud – stelde dat meer en meer adverteerders belangstelling toonden via de mogelijkheden van de STER (radio en televisie) hun waren aan te prijzen.
Mede door de aanslag op het zendschip van Radio Noordzee, gepleegd in opdracht van twee personen binnen de Veronica organisatie, bleek in de zomer van 1971 dat Radio Noordzee steeds dichter naar Radio Veronica toekroop als het ging om de bestedingen voor radioreclame. Het Nederlands Centrum voor Marketing en Analyses bracht rond die tijd een verslag uit waaruit naar voren kwam dat de luisterverhouding tussen beide stations op dat moment 45% voor Radio Veronica en 41% voor Radio Noordzee was. Twee maanden eerder was de verhouding duidelijker in het voordeel van Veronica met 48% en Radio Noordzee met 36%. Het meest opmerkelijke was dat in vier maanden tijd het aantal Nederlanders, dat soms luisterde naar Radio Noordzee, van 2 miljoen naar 4 miljoen was opgelopen.
Er ontstond rond augustus een soort van samenhorigheid onder de twintigers van die tijd, die aantekeningen begonnen te maken dan wel krantenartikelen te verzamelen waarin opmerkingen waren terug te vinden over de door Radio Veronica medewerkers opgestarte actie. Halverwege de maand augustus 1971 meldde Rob Out in de Telegraaf behoorlijk aangedaan te zijn vanwege het gegeven dat er een behoorlijke populariteit was bij de ouden van dagen. Hij liet de journalist van de voornoemde krant een ingezonden kaart zien van een 98-jarige oude mevrouw van een rusthuis, die namens alle inwoners een kaart ter ondersteuning had ingestuurd.
Out zijn reactie daarop: “Weet je wat het is? Voor het eerst zijn de mensen eigenlijk echt geconfronteerd met het verdwijnen van Radio Veronica. Daar werd vroeger ook wel op gezette tijden over gepraat, maar zo dicht bij als nu heeft het moment nooit gelegen. Wij hebben de mensen duidelijk met hun neus op de realiteit gewezen.” Volgens Out waren speciale momenten van doorslaggevende waarde zoals een onderbreking van de programma’s gedurende een halve minuut zodat men kon beseffen wat een gemis het zou zijn zonder de populaire geluiden via de 192 meter.
Ondertussen verbleef Veronica mededirecteur Hendrik (Bul) Verweij in zijn cel in het Huis van Bewaring te Utrecht als vermeende medeschuldige aan de aanslag op het zendschip van RNI. Desondanks had hij tijd om een bemoedigende brief te schrijven en te sturen naar de Veronica burelen in Hilversum: ‘Nog mijn complimenten voor de fantastische echte oude stijl. In no time 1 miljoen kaarten de deur uit. Dit is het werk en ik wou dat ik ook wat kon doen.’ En alle medewerkers kwamen zijn uiting met regelmaat tegen als men door de gang in het complex liep en het mededelingenbord passeerde.
Ondertussen was in tal van kranten in die maand augustus te lezen dat meer dan een kwart miljoen adhesiebetuigingen waren ingevuld en opgestuurd naar de Veronicaburelen aan de Utrechtseweg in Hilversum. Ook werd er bericht dat er een grote stickeractie was opgestart waarmee de fanatieke aanhang van het radiostation de liefde voor het radiostation kon betuigen. Niet alleen de dagbladen brachten informatie maar ook de zogenaamde huis aan huisbladen. Op 19 augustus werd bijvoorbeeld in ‘Echo’ een bericht geplaatst dat Amsterdam, waar mogelijk, spoedig zou worden volgeplakt met stickers onder het motto: ‘Veronica blijft als U dat wilt’.
En over fanatieke luisteraars gesproken, zowel op het Centraal station in Amsterdam als die van Utrecht stonden groepjes jongeren dagenlang de adhesiekaarten uit te delen. Grote vraag is nog steeds of ze destijds vielen onder de generatie onnodige schoolverzuimers. Rob Out gevraagd naar de bestickering van gebouwen, bushaltes en meer stelde hij dat het niets te maken had met demonstreren of protesteren. Nee er werd slechts een geweldloze actie gevoerd met als doel het Nederlandse volk te vragen ons te ondersteunen in de strijd tot behoud van Radio Veronica.
De volhouders hebben overwonnen, hoewel andermaal met veel tegenwerking vanuit Den Haag. Eind 1975 was de allereerste uitzending van de tot het bestel toegelaten omroep VOO. Dit gebeurde via het tevens geopende klassieke vierde radionet, waarbij de opening was toegewezen aan het jonge gezelschap, voortgekomen uit de zeezender Radio Veronica.
Afsluitend een verwijzing naar de speciale pagina over het jaar 1971 van de Stichting Norderney, samengesteld door archivaris Juul Geleick https://www.norderney192.nl/historie/h-1971.html
Hans Knot, zomer 2024