Radio tegen Castro en meer

Het volgende artikel neemt je mee terug naar een flink aantal decennia geleden, ja zelfs veel langer dan een halve eeuw. Ik heb het over de tijd dat Fidel Castro al lang de belangrijkste man van het communistische Cuba was. Hij was in de eind jaren vijftig van de vorige eeuw, door de val van de gehate dictator Batista, aan de macht gekomen. Dientengevolge vluchtten vele rijke inwoners van het land naar het kapitalistische Amerika, waarbij Miami en omstreken vaak klein Cuba werd genoemd daar bijna 90% van de gevluchte Cubanen naar die regio was vertrokken.

Deze groep vluchtelingen had voornamelijk voor ogen de eventuele terugkeer naar hun vaderland en de bevrijding van de daar achter gebleven bewoners, onder het juk van Castro en zijn volgers, te bewerkstelligen. Het is meer dan bekend dat met medewerking van onder meer de Amerikaanse CIA gepoogd is te infiltreren in het geboorteland. Met de komst van president Jimmy Carter in 1977 was de strijd enigszins geluwd, maar toen eind 1981 Ronald Reagan de verkiezingen won ging de strijd weer in volle sterkte voort.

Zo werd onder meer Radio Marti opgericht met als doel om propaganda uitzendingen te verzorgen gericht op Cuba. Na een bepaalde periode, waarin vanuit Amerika de succestrompet was geblazen, kondigde Castro destijds aan dat op zijn eiland nauwelijks naar deze programma’s werd geluisterd en wel omdat in doorsnee zijn landgenoten, die thuis waren gebleven, het maar een vervelend station vonden om naar te luisteren.

Maar Radio Marti was niet het eerste radiostation dat op die manier actief was in die tijd. Ten oosten van Honduras ligt een eilandengroep, die de meeste mensen ter wereld niet eens kennen: Swan is de naam van de archipel. Sinds het jaar 1800 stellen zowel de regeringen van Honduras als die van de Verenigde Staten de totale aanspraak te hebben op de eilandengroep Swan. Een van de eilanden heet Guano en was destijds eigendom van Charles Smith uit Boston en in 1937 werd op het eiland een weerstation gebouwd dat wereldwijd bekend werd. Enige jaren later werd op het eiland een station gebouwd dat dienst ging doen voor de Amerikaanse luchtmacht. Eigenlijk dient de oprichting van dit radiostation gezien te worden als een soort opeising van eigendomsrecht voor de eilanden archipel door de toenmalige Amerikaanse regering.

Begin 60’er jaren van de vorige eeuw werd dit eiland vervolgens door de CIA ontdekt als ideale mogelijkheid om er een propaganda-radiostation te installeren voor programma’s gericht op Cuba. Eerst werd er gewerkt onder de call-letters WNYW, later omgedoopt in WYFR, maar het signaal van de zender was nauwelijks sterk genoeg om populair te kunnen worden op Cuba. Vervolgens waren middengolfstations, met een hoog vermogen zender, in Florida in het gat gesprongen en verkochten tegen hoge prijzen programma’s en reclamespots, die anti Cubaans waren.

Het was nog immer niet genoeg voor de beleidsmakers van de CIA, want een eigen station zou het allerbeste zijn. Dit speelde zich a11emaal af vlak voor de geplande invasie in de Varkensbaai in 1961. Even terug naar de activiteiten van de CIA inzake de Swan archipel. Bij de CIA was David Atlee, destijds hoofd van de afdeling planning, tevens verantwoordelijk voor de radioactiviteiten.

Zijn medewerkers hadden de Swan archipel als de ideale mogelijkheid gevonden, maar de vraag was hoe snel een goede sterke zender was te verkrijgen. Toevallig werd er op dat moment net een nieuwe reservezender, met een vermogen van 50 kW, verscheept naar Europa om dienst te gaan doen voor de Voice of America in het West-Duitse München. De zender, ging vanuit de fabriek op transport, maar bereikte haar doel niet. Via omwegen kwam de zender op SWAN terecht, gevolgd door een KG zender met een vermogen van 7,5 kW. Deze KG-zender zou dienst gaan doen naast de eerder genoemde zender op het eilandenarchipel Swan.

Maar ook werd er op Guano een landingsbaan voor gevechtsvliegtuigen, een groot studiocomplex en huizen voor employés in een zeer hoog tempo gebouwd. Alleen, het geheel diende wel onder dekmantel te gaan, want het mocht niet bekend worden dat het een om een CIA-zender ging. De oplossing was daar door een commercieel station op te richten dat zich diende te redden middels inkomsten uit reclamespots, aangeworven bij bedrijven en winkels op de diverse Caraïbische eilanden, Cuba uitgezonderd.

Als firmanaam werd de Gibraltar Steamship Corporation, ingeschreven met een kantoor aan 5th Avenue in New York. Ook de directie van het bedrijf bestond uit belangrijke personen aangeleverd door het bedrijfsleven. Een van hen was bijvoorbeeld de directeur van de First National Bank uit Boston en voorheen onder meer werkzaam als directeur van de’United Fruits Company. Deze firma had eerder grote financiële belangen op Cuba.

In de eerste uitzendperiode van Radio Swan werd er inderdaad alleen maar muziek, nieuws en commercials uitgezonden., zoals via elk ander commercieel station. Men werkte voor een luisterpubliek van 20 miljoen en voor 1 minuut commerciële zendtijd werd destijds een bedrag van,24 dollar gevraagd. Terwijl iedere radiokenner zich verbaasde over het station, dat inmiddels de call-letters WRUL had toegewezen gekregen, zei een woordvoerder van de Federal Communication Commission, de FCC, dat hij niet van het bestaan van het station afwist en tevens dat er geen licentie voor het station zou zijn afgegeven.

Omgekeerd kaatste, bij vraagstelling omtrent de herkomst, de leiding van het SWAN station terecht de bal terug naar de FCC. Eerst werden de programma’s in een studio aan de 5th. Avenue in New York opgenomen, later werd dit gedaan in een studio in Miami, vanwaar de programmatapes twee keer per week werden over gevlogen naar de Swan archipel. Een dure manier van ‘bevoorraden’
dus. Een bijverschijnsel was het gegeven dat in Miami ook vele vluchtelingen uit Haïti destijds woonden, die tegenstanders waren van toenmalige president Papa Doç Duvalier. Derhalve waren er in de vele anti-Cuba programma’s tevens anti-Haïti opmerkingen te beluisteren, die de dictator in het geheel niet bevielen.

Hij liet een medewerker infiltreren in de organisatie van WRUL, die het presteerde om voor uitzending klaarliggende banden te verruilen voor andere banden. De nieuwe banden waren zonder de gehate opmerkingen. Pas na een lange tijd werd ontdekt wie de spion was. De invasie via de Varkensbaai kwam steeds dichterbij en het radiostation WRUL onderbrak ,regelmatiger de programma’s om via codeberichten mededelingen door te geven aan de invasietroepen.

Openlijk werden er ook instructies doorgegeven aan de verzetsstrijders op Cuba. Onder meer hoe men diende te handelen om de strijd tot een goed einde te brengen. Zoals bekend mislukte de invasie op Cuba. Na de mislukte pogingen werden de burelen van de Gibraltar Steamship Corporation verplaatst naar Miami, het hart van de anti-Castrobeweging, maar helaas niet voor lang. De firma werd opgeheven om plaats te maken voor een nieuwe dekmantel. Met hetzelfde telefoonnummer en hetzelfde adres werd Vanquard Service opgericht. Niet alleen de firma veranderde maar ook de naam van het station:

Het werd dus Radio Americas en ook dit station had officieel alleen als doel commerciële programma’s te brengen. Zeven jaar lang hield het station het uit tot dat op 15 mei 1968 de activiteiten werden stilgezet. De toenmalige Amerikaanse regering was gematigder geworden en derhalve dienden de activiteiten, van het door de CIA gerunde radiostation, te worden stopgezet. Reden was ook dat de regering van Honduras bij de VN het eigendomsrecht van de eiland archipel had opgeëist en deze in 1970 ook daadwerkelijk toegewezen kreeg.

Het was in het jaar 1975 dat de naam van Radio Swan andermaal opdook in radiobladen, waarbij werd vermeld dat het radio station was opgericht door een aantal vluchtelingen, dat Cuba had verlaten uit vrees voor het regime van Fidel Castro. Men noemde Radio Swan ook wel de stem van de speciale anti-Castro Guerrilla troepen. Radio Swan had voor de tweede periode slechts een kort bestaan.

Onbekenden plaatsten een bom bij het gebouw van Swan, hetgeen vernietiging van de studio en de zender betekende. Op een later moment bleek dat de CIA niet betrokken was bij deze tweede poging maar dat het een particuliere aangelegenheid tot opstart was geweest. Meer stations volgden: 1972 Radio Abdala, dat genoemd werd naar de leider van een van de anti-Castro brigades.

La Voz de Cuba

Vervolgens dient in 1978 Radio Libertad Cubana te worden genoemd en in 1981 volgde Alpha 66. En vanaf dat moment volgden vele soortgelijke radiostations: La Voz de Cuba, Radio Revolucion, Radio Havana Cuba, Radio 1450, Radio Trinchera, Radio Antarcha Martiana, Radio Mambi, La Voz del Juventud Progressista Cubana en meer.

Wel dient er vermeld te worden dat er een behoorlijke rivaliteit tussen een aantal van de diverse stations op grote schaal ontstond en daarbij valt te bedenken aan allerlei vormen van sabotage en het veroorzaken van storingen op gebruikte frequenties.· Een station, La Voz del CID, werd openlijk ondersteund door de CIA. Dit station begon ook in 1981 zonder steun maar dit veranderde vervolgens snel en men werkte daarna zeer professioneel en werd daarna een soort van bedrijf dat programma’s in syndicate vorm toeleverde aan andere geïnteresseerde radiostations.

Zowel de radiostations als de gebrachte programma’s waren destijds deels vernoemd naar een van de vele verzetsstrijders uit het rijke historische Cubaanse verleden: Radio Maximo Gomez, via Radio Clarin in de Dominicaanse Republiek, Radio Ignacio Agramonte in Guatamala, Radio Jose Echevarria en Radio Frank Pors in de Dominicaanse Republiek. Met dertig medewerkers verzorgde CID 18 uur programma’s per etmaal en het totaal ingezette zendvermogen bedroeg 300 kW. Per jaar werd er 10 miljoen gulden geïnvesteerd voor het brengen van de programma’s.

De benodigde financiën kwamen grotendeels binnen via de giften van personen, bedrijven en de steun van de toenmalige Amerikaanse regering, hoewel de laatste dit altijd heeft ontkend. De regering van Cuba liet de ontstane toestand op radiogebied niet zo maar over zich heengaan. Natuurlijk is het in Amerika toegestaan Spaanstalige programma’s te verzorgen maar de regering van Cuba heeft destijds stoorzenders ingezet, die op Amerika gericht waren. Gevolg was dat ook andere, niet op Cuba gerichte radiostations, gestoord werden.

Ook diplomatiek had Castro zijn weg gevonden. Tegen Radio Clarin werd protest aangetekend bij de regering van de Dominicaanse republiek, gevestigd in Santa Domingo. Dit met redelijk gevolg want gedurende lange tijd werden vervolgens de programma’s van dit station stopgezet. Later kwam het station terug in de ether, echter met gematigde toon. In Guatamala en de Dominicaanse Republiek wisten de toenmalige regeringen echter officieel niets van de activiteiten van de ‘piratenzenders’ en konden de stations rustig hun gang gaan met de anti-Cuba en anti-Castro uitzendingen.

Ja, en dan was er dus ook Radio Marti waarbij, naar mijn mening, aangetekend diende te worden of de toenmalige Amerikaanse president Ronald Reagan niet al te veel in Hollywood sferen was blijven hangen en dacht Radio Marti te kunnen gebruiken zoals Radio Swan werd gebruikt onder de regeringen van president Eisenhower en president Kennedy. Zo kwam ik een door mij geschreven verhaal weer tegen uit een editie van het Freewave Media Magazine uit 1988, waardoor het mogelijk is nog de nodige informatie toe te voegen aan bovenstaande. ‘Onlangs vond ik een berichtje in een tijdschrift waaruit we kunnen opmaken dat er misschien een nieuwe zeezender kan worden toegevoegd aan de velen die al op internationale wateren programma’s hebben verzorgd. Dit keer zal het moeten gaan gebeuren voor de kust van Cuba. Tenminste als we moeten afgaan op de berichtgeving in de column Periscope van het tijdschrift Newsweek. Een naam voor het station werd in ieder geval al genoemd: ‘La Voz del Cuba Independiente’.

‘De groep achter het geplande station is ook betrokken geweest bij de uitzendingen van een ander anti-Castro station, La Vos del CID. Dit was tussen 1981 en 1987. De eerste uitzending van het nieuwe station stond gepland voor 8 augustus en wel vanaf een 40 meter lange vissersboot, die verankerd zal worden in internationale wateren ten zuiden van Key West en zo’n 75 mijlen verwijderd van Cuba. Er gaan geruchten dat de FCC, de regulatie commissie voor radio en televisie-uitzendingen in de VS, pogingen zou o¬ndernemen het station direct uit de ether te halen om internationale afspraken inzake voorkomen van interferentie te voorkomen.’

Een woordvoerder van het station, Huber Matos jr., meldde destijds dat er totaal geen sprake kon zijn van een eventueel stoppen van het project door de FCC. Hij wilde niet vertellen vanwaar de eerste programma’s zouden worden uitgezonden. Men stelde ook support in het verleden te hebben gegeven aan de uitzendingen van Radio en TV Marti maar wenste als o¬nafhankelijke organisatie verder te gaan, zonder de invloed van het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken, zoals met Marti het geval was. Men wenste vooral promotie te maken voor een toekomstig democratisch bestel op Cuba.

Ook wenste men een televisiestation op te zetten dat eventueel ging uitzenden via kanaal 8 in de VHF band. The FCC had tevens aangekondigd het schip in beslag te nemen wanneer het bleek dat deze in de VS was geregistreerd. Matos wilde echter destijds niet noemen in welk land de registratie had plaats gevonden.

Tot zover over het bericht uit 1988. Maar in o¬nze snelle wereld van internet is het niet zoveel moeite meer gewaar te worden. Na een 20 tal internet sites te hebben bekeken kwam ik de naam ‘La Vos del Cuba Independiente’ tegen en leerde dat het radiostation inderdaad in de ether is geweest via de korte golf, maar dat dit echter zeer o¬nregelmatig gebeurde. Locatie vanwaar werd uitgezonden was waarschijnlijk Guatemala, hoewel dit nooit officieel is bevestigd.

Ook bleek dat in juli 1960 er een station met de naam Radio Cuba Independiente is geweest dat had uitgezonden vanaf een 85 feet lange jacht met de naam ‘Calypso’. Dit was het eerste clandestiene station dat door vluchtelingen gericht op Cuba werd gerund op regelmatige uitzendtijden. De Calypso was verankerd in de Key Sal Bank en verzorgde iedere dag tussen 8 en 10 uur PM programma’s gericht op Cuba uit via de 40 meter korte golf band.

De studio’s van dit station waren gehuisvest in Miami en vandaar uit werden de banden gebracht naar Bimini, vanwaar ze verscheept werden naar Key Sal Bank. Dit alles duurde tot februari 1961, waarna Swan Radio de activiteiten (vanaf land) overnam. Later werd de Calypso, tijdens de Varkensbaai invasie, gestolen, compleet met alle apparatuur. De clandestiene radio-uitzendingen vormden tevens een belangrijke rol tijdens de Varkensbaai crisis.

En Radio en TV Marti zijn nog steeds actief met uitzendingen, onder meer gericht op Cuba. https://en.wikipedia.org/wiki/Radio_y_Televisi%C3%B3n_Mart%C3%AD

Lees ook het overzichtsartikel van Peter Messingfeld.

Hans Knot, juni 2024.